Hinder van Laagfrequent geluid (LFG)
Het waarnemen van laagfrequent geluid (LFG) is zeer ingrijpend voor degene die het overkomt. Vaak leidt het tot ernstige hinder en ontstaan vervolgens ernstige gezondheidsproblemen, zoals slaap- en concentratieproblemen. Daar komt dan nog psychosociale stress bij omdat de gehinderde onvoldoende begrip vindt voor zijn probleem in directe omgeving of bij officiële instanties.
NSG-richtlijn en DCMR protocol
Al bij het verschijnen van de NSG-Richtlijn Laagfrequent Geluid in 1999 hebben Piet Sloven van de milieudienst dcmr en Wim Soede aandacht gevraagd voor het DCMR-protocol aanpak laagfrequent geluid. In het DCMR-protocol wordt namelijk niet alleen aandacht gegeven aan het geluidmeten maar wordt ook aandacht gegeven aan de sociaal/medische aspecten van de klachten.
Pragmatisch aanpak laagfrequent geluid
Laagfrequent geluid kan lang niet altijd verklaard worden. Recent heeft Wim Niessen van de GGD Groningen, samen met Anneke Jonkman en Frans Duijm dat nog eens duidelijk beschreven in een artikel in het Tijdschrift Geluid (2012, 4). Zij geven de volgende mogelijkheden:
- De klachten worden door LFG veroorzaakt (vaak door niet direct aanwijsbare bronnen).
- Oorsuizen (tinnitus) dat bij 5-10% van volwassen mensen optreedt.
- Fantoomgeluid. De hersenen geven dan een fantoomervaring, vooral als het stil is.
- Sociale en/of psychologisch factoren.
Gezien al deze mogelijkheden vinden zij het belangrijk, in overeenstemming met het DCMR-protocol, dat bij hinderklachten door LFG het van belang is om de klacht en vragen goed op te helderen en gezondheidsklachten uit te sluiten. Op deze wijze wordt voorkomen dat een langdurig geluidmeet- en technisch onderzoekstraject niets oplevert met alle bijkomende frustraties en negatieve gezondheidsaspecten zoals niet slapen tot gevolg.
Verklaring voor hinder van laagfrequent geluid?
In maart 2013 heeft Mireille Oud een artikel gepubliceerd in het Tijdschrift Geluid. Op basis van onderzoek van Alec Salt, KNO-arts te St. Louis, concludeert zij dat onhoorbaar laagfrequent geluid schadelijk kan zijn voor het gehoor en oorsuizen kan veroorzaken. Deze conclusie van Mireille Oud was zo ongeloofwaardig dat Wim Soede, gebruikmakend van zijn kennis als klinisch-fysicus audioloog, de artikelen van Alec Salt opnieuw heeft gelezen. In het juninummer van het Tijdschrift Geluid heeft hij daarop een artikel gepubliceerd waarin hij laat zien dat uit het onderzoek van Salt niet geconcludeerd kan worden dat er schade is voor het gehoor. Salt vraagt wel aandacht voor indirecte gezondheidseffecten van laagfrequent geluid en pleit voor meer systematisch onderzoek.
ARDEA en laagfrequent geluid
In de afgelopen jaren heeft Wim Soede zoveel mogelijk gewerkt conform het DCMR-protocol waarbij hij gebruik kon maken van zowel expertise op het gebied van geluidmeten als de expertise als klinisch-fysicus audioloog. Dat betekent dat hij in situaties met hinder óók samen met de gehinderde het gehoor laat onderzoeken en dan ook metingen uitvoert om de hinderfrequentie vast te stellen. Deze aanpak wordt gewaardeerd omdat met de gehoormetingen beter begrip ontstaat waar het probleem zit. Op die manier is het dan mogelijk om het probleem beter te begrijpen en naar elkaar te luisteren.
Wim Niessen, Anneke Jonkman, Frans Duijm, Een aanzet voor pragmatisch omgaan met klachten over laagfrequent geluid, Tijdschrift Geluid, 2012(4).
Wim Soede, Verklaring voor hinder van laagfrequent geluid, Evidence voor biofysisch benadering?, Tijdschrift Geluid, 2013(2) (op verzoek beschikbaar)
Piet Sloven en Wim Soede, Een toetsing in de praktijk, meer duidelijkheid door protocol en richtlijn laagfrequent geluid?, Themanummer laagfrequent geluid. Tijdschrift geluid, 22(3), juni 1999 (op verzoek beschikbaar)